Test veen-gereduceerde potgronden voor Ranunculus Sprinkles

Motivatie

Het gebruik van remstoffen komt in de tuinbouw steeds verder onder druk te staan. Het is daarom belangrijk om naar andere teeltmethoden te zoeken om in de toekomst aan de eisen die de markt stelt te voldoen. Schoneveld Breeding doet regelmatig proeven om haar klanten in de praktijk met ervaringen uit eigen kwekerij te helpen hun teelt te verbeteren met minder chemische gewasbeschermingsmiddelen. Bij deze potgrondproef willen wij duidelijk krijgen welke mogelijkheden het veranderen van het potgrondmengsel de kweker kan bieden om het gebruik van remstoffen te reduceren.

In een eerdere proef werd ontdekt (proef 2014) dat de toevoeging van extra klei geen aanleiding gaf tot compactere groei. Het was toen niet mogelijk op voeding te sturen, iets dat in deze proef wel mogelijk was.

Materiaal en Methode

Plantmateriaal

Soorten

Sprinkles Pink
Sprinkles Red
Sprinkles Violet bicolor

Per behandeling zijn 48 planten opgezet.

Teeltomstandigheden

In week 33 is gezaaid, de planten zijn opgekweekt volgens het standaard protocol; 10 dagen 100% luchtdicht ingepakt in koelcel bij 5°C (41°). Daarna 7 dagen in donkere kiemcel bij 13-14°C (55,4–57,2 °F).
In week 43 zijn, op grootte geselecteerde planten, opgepot in een 12 cm pot.
Voor elke hieronder genoemde potgrond is een vak afgebakend zodat elke partij een eigen bemesting/water strategie kon ontvangen. In week 50 zijn de planten op eind afstand gezet met 30 per m².
Afhankelijk van de gewas groei is geremd met Alar 85 200g/100L en vlak voor de bloei met Tilt 5ml/100L.

Potgronden/behandelinge

Behandeling: Omschrijving:
1) CO Controle – Standaard mengsel Schoneveld (Horticoop)
2) HO+KL – Standaard met 20% klei (Horticoop)
3) HO+KL+NK – Standaard met 20% klei (Horticoop), bijsturen met N:K-1:3
4) GR+NK – Greenline, veen-gereduceerde potgrond (Horticoop), bijsturen met N:K=1:3
5) KL+NK – Veen-gereduceerde potgrond (Klasmann), bijsturen met N:K=1:3
6) BB+NK – Biologische veenloze potgrond (Bas van Buuren) bijsturen met N:K=1:3
7) KN+NK – Veenloze potgrond op basis van kokos (Van der Knaap), bijsturen met N:K=1:3

De samenstelling van de potgronden kan bij de betreffende leveranciers worden opgevraagd.

Metingen


Tijdens de proef zijn de volgende metingen verricht:
– Bijhouden teeltstrategie.
– Registratie wortelkwaliteit
– Remmiddelen, dosering en frequentie toepassing.
– Plantkwaliteit en uniformiteit.
– Plantdiameter halverwege de groei en vlak voor aanvang bloei
– Bloeisnelheid en bloei-uniformiteit

Resultaten


Teeltstrategie


Na het oppotten zijn alle planten bemest met N:K verhouding van 1:1, voor een goede plantontwikkeling en om in een later stadium geel blad te voorkomen. In week 1703 is overgeschakeld naar een N:K bemesting van 1:3 en wel voor de gehele partij. Op basis van de plantontwikkeling is besloten om dus niet specifiek voor een bepaalde potgrondsoort een andere bemestingsstrategie te hanteren. Hierdoor zijn behandelingen 1, 2 en 3 met elkaar vergelijkbaar.

Watergift/bemestingsstrategie


Van week 1644 t/m week 1702 hebben alle behandelingen gelijktijdig water en bemesting gekregen. Er is bemest met een EC van 1,8 mS/cm en N:K 1:1.
Vanaf 1703 is bemest met een EC van 2,0 mS/cm en N:K 1:3. In week 1709 en 1710 zijn alle behandelingen een keer met kalksalpeter bemest.
Behandeling 4 heeft 1x meer water gehad dan de controle behandeling en behandeling 6 en 7 hebben 2x minder water en dus bemesting gehad dan de controle behandeling. De planten van de behandelingen 6 en 7 groeiden duidelijk een stuk compacter dan de overige behandelingen en gebruikten hierdoor minder water. Behandeling 4 is een substraat dat gemakkelijker afdroogt dan de overige behandelingen.

Rembehandelingen


Op basis van de ontwikkeling van de planten is besloten om in week 1648 de eerste rembehandeling met Alar 85 (200gr/100L) uit te voeren. In week 1709 en 1710 is geremd met alleen Tilt (5ml/100L). In onderstaande tabel staat weergegeven hoeveel keer iedere behandeling is geremd.

Tabel 1. Aantal rembehandelingen

Bewortelingsresultaat / plantontwikkeling


In week 1703 is de potgrond en wortelkwaliteit van de planten beoordeeld. Hieronder is een korte omschrijving weergegeven:

1) CO Controle – Losse grond. Wortels zitten voornamelijk in de pot.
2) HO+KL – Wortels zijn iets dikker en beter dan de controle.
3) HO+KL+NK – Volledig vergelijkbaar als 2 maar deze hebben ook dezelfde bemestingsstrategie gehad.
4) GR+NK – Dikke wortels. Grond droog van boven. Deze grond is droger dan de overige.
5) KL+NK – Wortels zijn prima en goed verdeeld over de pot. Lijkt op behandeling 4.
6) BB+NK – Veel wortels veelal onderin de pot. Deze zijn dunner dan bij de andere behandelingen en minder wit.
7) KN+NK – Grond valt makkelijk uit elkaar. Wortel is prima ontwikkeld.

Op de foto’s in figuur 1 is de wortelontwikkeling in week 1711 weergegeven. De behandelingen 2 en 3 zijn vergelijkbaar met de controle en daarom hier niet weergegeven.

Figuur 1: Sprinkles Violet bicolor, diverse grondsoorten, wortelstelsel.

Op de foto’s in figuur 2 is de ontwikkeling van de Sprinkles Violet bicolor in week 1703 weergegeven. Hierin zijn de verschillen in plantformaat te zien. Behandeling 2 en 3 zijn vergelijkbaar met de controle en hier niet weergegeven. Duidelijk is te zien dat behandeling 6 (BB+NK) en 7 (KN+NK) lichter groen van kleur zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat deze planten minder geremd zijn. Bij alle geteste kleuren Sprinkles treedt dit effect op.

Figuur 2: Plantformaat Sprinkles Violet bicolor

Figuur 3 laat het bloeiende gewas zien gefotografeerd van bovenaf in week 1712. De bloemen bij behandeling 6 (BB+NK)en 7(KN+NK) zijn groter dan bij de andere behandelingen. Ook zijn de bloemstelen iets langer, beiden zijn het effect van het gebruik van minder remstof.

Figuur 3: Bloei en plantformaat Sprinkles Pink

Plantdiameter

Gemeten is de grootste en kleinste diameter van 5 planten per kleur per behandeling. Dit is uitgevoerd in week 1703, 1707 en 1711. Op basis hiervan is de gemiddelde plant diameter berekend.
In Figuur 4, 5 en 6 zijn van resp. Pink, Red en Violet bicolor de gemiddelde plantdiameter te zien.
We zien dat de verschillen in diameterrichting op het einde van de teelt kleiner worden. Te zien is dat behandelingen 1 tot en met 5 een afbuigende lijn laten zien omdat de planten sterker geremd worden in dezelfde periode.
Duidelijk is dat behandeling 6 (BB+NK) en 7 (KN+NK) het minst hard groeien maar later wel een inhaalslag maken. Dit geldt voor alle drie de geteste kleuren.

Bloeisnelheid


Vanaf week 1711 (dag 0) is de bloeisnelheid bepaald door het aantal planten te tellen waarvan de hoofdknop volledig ontvouwen is. In figuur 7, 8 en 9 is de bloeisnelheid te zien van resp. Pink, Red en Violet bicolor. Bij Pink lopen de standaardgronden van Horticoop al dan niet met klei (1,2 en 3) wat betreft bloeisnelheid voorop. Over het algemeen wordt geconstateerd dat grond 6 (BB+NK) en 7 (KN+NK) het traagst in bloei zijn. Deze lopen tot een week achter, ondanks dat deze minder vaak geremd zijn. Verder zijn de planten van deze 2 behandelingen iets minder vol dan de overige behandelingen.

Conclusies


1) Ook in deze proef is aangetoond dat het toevoegen van 20% klei er niet voor zorgt dat de planten compacter groeien.
2) De potgronden nr 4, 6 en 7 gaven de meest compacte planten.
3) De planten gekweekt in potgrond 6 en 7 bloeien later dan de overige behandelingen en deze planten waren iets minder gevuld.

In deze proef is aangetoond dat door de keuze van het substraat de compactheid van de ranonkel te beïnvloeden is. Iedere potgrond vraagt zijn eigen watergift en bemestingsstrategie.

Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op!

Share Button

Categorie: